De kracht van de natuur op natuurlijk leiderschap
Dat de kracht van de natuur op persoonlijk leiderschap ongekend is, dat realiseerden founding fathers van de Foundation for Natural Leadership (FNL) Herman Wijffels, Anthony Burgmans en Johan Bontje zich jaren geleden al. Inmiddels is er ook wetenschappelijke onderbouwing voor de positieve effecten van hun befaamde wildernistrails op leiderschap. Zal een duurzame verandering van leiderschapsstijl naar natuurlijk leiderschap, ook wel authentiek leidershap genoemd, bijdragen aan het ‘nieuwe normaal’ voor huidige en toekomstige generaties?
In zijn promotieonderzoek richt Boy van Droffelaar zich op de effecten van wildernistrails op leiderschapsontwikkeling op lange termijn. Hij begon dit onderzoek in 2012, nadat hij drie jaar eerder zelf voor het eerst deel had genomen aan een trail. Van Droffelaar: “Voor mij was het een lifechanging experience, waarbij ik vooral geleerd heb om mijn zelfreflecterend vermogen te versterken – verbinding maken met jezelf om vervolgens verbinding te kunnen maken met anderen (leiderschap) en ben ik veel sensitiever geworden voor het behoud van de natuur en voor situaties die in mijn omgeving gebeuren. Bovendien heb ik daar de kracht van de stilte ontdekt.”
Het onderzoek bestaat uit drie delen: (a) hoe kijken deelnemers terug op de trail, (b) wat is het effect op hun leiderschapsgedrag en (c) wat doen ze ermee in de praktijk.
Uit de kwalitatieve analyse – op basis van bijna honderd trailverslagen – kwam in de eerste studie naar voren dat inzichten uit piekervaringen tijdens de trail gekarakteriseerd worden door verhoogde zelfkennis, besef van eigen kernwaarden, belang van aandacht voor elkaar en het bewust leven in het hier en nu. Een deelnemer schreef bijvoorbeeld: “Ik voelde diep dat gemeende en volledige aandacht voor de ander essentieel is, met al mijn zintuigen, zoals nodig is in de wildernis”.
Deze piekervaringen leidden tot inzichten en intenties om het eigen toekomstige leiderschapsgedrag te veranderen. Die intenties blijken vervolgens vrijwel een-op-een te resoneren met de vier pijlers van authentiek leiderschap: zelfbewustzijn (“Ik weet wie ik ben”), geïnternaliseerd moreel perspectief (“Hier sta ik voor”), gebalanceerde verwerking van informatie (“Ik luister met open mind en hart naar alle stakeholders”) en relationele transparantie (“ik zeg wat ik denk en voel, en durf me kwetsbaar op te stellen”).
De tweede, kwantitatieve, studie (n=66) testte longitudinaal intra-persoonlijke verandering naar authentiek leiderschap vooraf, 3 maanden na, en één jaar na afronding van het trainingsprogramma. Alle componenten van authentiek leiderschap bleken significant te zijn toegenomen met een aanzienlijke effectgrootte. De bevindingen tonen duidelijk aan dat een op de natuur gebaseerd programma authentiek leiderschap kan vergroten.
De derde studie omvat een kwalitatieve analyse van 36 interviews met oud-trailgangers die gemiddeld zes jaar geleden op trail waren geweest. Uit de analyse van interviews bleek dat alle deelnemers emotionele, episodische herinneringen hadden aan hun ervaringen in de wildernis. Volgens de deelnemers genereert dit gemoedsrust en geeft richting aan het leiderschap. En dit kan vrij vaak gebeuren, vertelden ze Van Droffelaar, soms zelfs dagelijks. Zo zei een deelnemer: “Elke keer geeft het beeld van de stilte en het gevoel van kalmte in de bergen mij innerlijke rust, van waaruit ik met vertrouwen kan opereren.”
Bovendien vinden de geïnterviewden dat de episodische herinneringen aanleiding hebben gegeven tot blijvende verandering van hun leiderschapsgedrag. In hun organisaties heeft dit volgens de deelnemers geleid tot vergroting van onderling vertrouwen, meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, en daarmee vergroting van het creatief en innovatief vermogen en een hogere mate van betrokkenheid bij de missie van de organisatie.
“Ik vind het ontzettend fijn dat ik FNL nu daadwerkelijk kan helpen met wetenschappelijk erkenning van het werk dat ze doen. Onze maatschappij heeft dringend behoefte aan meer betere leiders. Dat ik wetenschappelijk kan onderbouwen dat deze aanpak werkt, doet me veel genoegen”, zegt van Droffelaar naar aanleiding van zijn promoveren.