Wilderniservaringen verdiepen ons bewustzijn

Door: Boy van Droffelaar PhD

“Ik keek urenlang ‘solo’ over de Imfelozi rivier in KwazuNatal Zuid Afrika. Het was de derde dag van mijn eerste FNL wildernis trail (2009). Plots vlogen er twee Egrets met een luide kreet voor me langs: Je bent één van ons! Een intens gevoel van verbondenheid met de gehele Natuur overspoelde me. Het opende de weg naar mijn diepe bewustzijn.”

Wildernis bezit vaak een ongerepte kwaliteit die de mogelijkheid biedt om ons gewone, ego-gestuurde bewustzijn te overstijgen, dat vaak wordt beperkt door sociale structuren, culturele constructen en kunstmatige omgevingen.

Eén van de grootste obstakels voor dieper bewustzijn is immers het ego, een psychologisch construct dat gevormd is door individuele identiteit, persoonlijke ervaringen en sociale conditionering. Het ego fungeert als een filter dat grenzen stelt tussen het zelf en de buitenwereld.

Wanneer we onszelf onderdompelen in natuurlijke omgevingen, stappen we in een sfeer die niet dezelfde eisen stelt als menselijke samenlevingen. Wilde natuur biedt een ruimte die minder bepaald wordt door mensgerichte doelen en meer door spontane, natuurlijke processen, waardoor ons bewustzijn kan ontsnappen aan de gebruikelijke beperkingen en zich kan verbinden met een meer universele bewustzijnslaag.

De afzwakking van ons ego is niet enkel een bijproduct van die veranderde ervaringen, maar een opening naar een diepere, meer fundamentele vorm van bewustzijn. Zo ervaren onze trailgangers in de wildernis vaak grensverleggende inzichten die volgens het analytisch idealisme (Kastrup, 2019) dichter bij de ware aard van de werkelijkheid liggen.

Wanneer iemand zich “één” voelt met de natuur, zoomt die persoon mogelijk in op wat Kastrup omschrijft als het “transpersoonlijke” aspect van bewustzijn, waar de fundamentele eenheid van alle ervaringen duidelijker wordt. We beseffen dan dat bewustzijn fundamenteel is voor de werkelijkheid. Dit betekent dat wat wij beschouwen als de “fysieke wereld” eerder een manifestatie of uitdrukking van een universeel bewustzijn is dan een onafhankelijke fysieke realiteit.

Deze filosofie benadrukt dat alle ervaringen en verschijnselen hun oorsprong vinden in het bewustzijn zelf, en niet in een materiële buitenwereld. Het ervaren van wilde natuur kan dus uniek bijdragen aan een verdieping van ons bewustzijn en ons dichter bij de essentie van het bewustzijn zelf brengen.

In tegenstelling tot kunstmatige omgevingen, die doelbewust zijn geconstrueerd en beheerst, is de wilde natuur chaotisch en spontaan. Dit geeft ons bewustzijn de ruimte om los te komen van geconditioneerde reacties en verwachtingen. In deze zin fungeert de natuur als een soort spiegel, waarin ons bewustzijn zichzelf op een ongefilterde manier kan ontmoeten.

Wanneer we een ongerept landschap, oceaan of bos observeren, zien we een realiteit die dichter bij de oorspronkelijke, ongeconditioneerde geest komt. Deze “zuiverheid” in de natuur biedt ons bewustzijn de mogelijkheid om zich te bevrijden van de gebruikelijke conditionering die de perceptie kleurt.

Filosoof Alan Watts (1966) beschrijft de natuur als “het gezicht zonder masker,” wat ons de kans biedt om onszelf en ons bewustzijn te zien zonder de sluier van beschaving en cultuur. Deze ervaring sluit aan bij Kastrup’s omschrijving van bewustzijn als een “ongebonden veld” dat beter toegankelijk is wanneer de filtermechanismen, waaronder culturele constructen en cognitieve conditionering, aan de kant worden geschoven.

Onderzoek toont aan dat tijd doorbrengen in de natuur het ‘piekeren en malen’ aanzienlijk doet verminderen, een mentale toestand die vaak samenhangt met ego-gedreven gedachten en herhalingspatronen.

Wanneer we ons in een natuurlijke omgeving bevinden, kalmeert vaak het default mode-netwerk van het brein, waardoor een meer open, minder begrensde staat van bewustzijn kan ontstaan.

Mijn eigen onderzoek (van Droffelaar, 2021) laat ook zien dat alle trailgangers emotionele, episodische herinneringen hebben aan hun ervaringen in de wildernis. Herinneringen, die steeds als vanzelf blijken op te komen uit hun diepe bewustzijn, en wel op momenten die ertoe doen, zoals uitdagende of stressvolle situaties. Volgens de trail-deelnemers genereert dit gemoedsrust, en geeft het richting aan hun denken en handelen.

Concluderend kunnen we stellen dat wilde natuur, vrij van menselijke constructies, een context biedt waarin we ons ego kunnen overstijgen, eenheid met de natuur kunnen ervaren en verbinding kunnen maken met een groter, universeel bewustzijn.

Wilde natuur, in zijn ongefilterde staat, biedt ons een omgeving waarin we de beperkingen van de alledaagse perceptie terzijde kunnen schuiven, waardoor we de kans krijgen om direct contact te maken met deze fundamentele vorm van bewustzijn.

Zo biedt onderdompeling in de natuur niet alleen psychologisch en fysiek welzijn, maar ook een bewustzijnsverschuiving die ons helpt toegang te krijgen tot een dieper, meer verbonden gevoel van de werkelijkheid.

Over Boy van Droffelaar

Na een succesvolle carrière als corporate executive bij grote ondernemingen als AkzoNobel, Randstad en SaraLee, begon Boy van Droffelaar (1949) in 2009 met het begeleiden van wildernis trails voor de FNL.

In 2020 promoveerde hij aan Wageningen University & Research op het proefschrift: “The Impact of a Wilderness-based Training Program on Leadership Transformation”.

Sinds 2021 maakt Boy samen met zijn zoon Niek de podcast “Leaders into the Wild” waarin de trailervaringen en het effect op leiderschap centraal staan. Hier vind je de link naar de podcast.

Share or write a comment

Leave a reply

Loading spinner